Door op 20 augustus 2014

In memoriam Fenna van den Burg

Begin deze week overleed onze afdelingsgenote Fenna van den Burg.
Lees het in memoriam dat Jurriaan Fransman schreef.Op 1 augustus waren mijn vader Lou en ik nog bij Fenna op bezoek op haar 89e verjaardag.
Ja, Fenna was oud, maar wat wil je ook als je 89 bent geworden. Haar geheugen liet haar soms in de steek, maar haar analyses waren nog even sterk als in haar beste jaren.
Fenna was een studievriendin van mijn ouders en zij kenden elkaar uit de studentenvereniging Politeia. Die vriendschap zou dus meer dan 60 jaren duren. Fenna was van huis uit medisch analiste en is pas op latere leeftijd politicologie, ‘de zevende faculteit’, gaan studeren. Toen wij nog kleine kinderen waren, kwam zij iedere maandagavond bij ons eten. Specialiteit: met doperwtjes knikkeren in de huiskamer. Wij waren een open gezin waarin over van alles werd gesproken aan tafel. Dus ook over politiek.

Mijn politieke engagement voor de sociaaldemocratie is zonder enige twijfel mede aan Fenna toe te schrijven. Eind jaren zestig heb ik haar geïnterviewd voor onze schoolkrant op het Montessori Lyceum: “Oorlogen tussen staten vormen straks niet de grootste bedreiging. Er zullen veel meer conflicten ontstaan met guerrillagroepen.” Een vooruitziende blik. Bij het uitreiken van de 50-jarige jubileumspeld van de PvdA memoreerde Ed van Thijn aan hun gezamenlijke periode bij het Koos Vorrink Instituut, de voorloper van de Wiardi Beckman Stichting, en ook aan het destijds beruchte VARA tv panel “Welbeschouwd”, waarin Fenna vaste gast was. De toenmalige partijleiding heeft dat haar lang niet altijd in dank afgenomen…

Fenna was na een wetenschappelijke omzwerving in Oslo naar het vermaarde Instituut voor polemologie van Johan Galtung teruggekeerd naar het Groningse Polemologisch Instituut van Röling. Als toen actief partijlid in Groningen stond zij aan de wieg van Nieuw Links ondertekende zij in 1970 mede een petitie die de toenmalige verhoudingen binnen de PvdA echt veranderde. Het waren roerige en zeker niet altijd leuke tijden, want de meningsverschillen waren scherp en de persoonlijke verhoudingen, laten we zeggen, suboptimaal. Er liepen echte scheidslijnen tussen de gevestigde orde en de toen nieuwe garde. En Fenna, toen al behorend tot het establishment, koos voor vernieuwing.

Fenna bleef met één been in Amsterdam, als docente aan de Toneelschool waar haar goede en dierbare vriend Jan Kassies directeur was. Het waren de tijden van de Actie Tomaat (en Notenkraker) en ook acteurs moest maatschappelijk bewustzijn worden bijgebracht. En Fenna, die met Jan een boek schreef over het ontstaan van de Federatie van Kunstenaarsverenigingen was natuurlijk de aangewezen docent. Het was dan ook “bijna logisch” dat zij Jan opvolgde (oké, er zat twee jaar tussen), als voorzitter van de VPRO.

Van geëngageerd polemoloog en sociaal wetenschapper ontwikkelde Fenna zich meer en meer tot historica. Dat mondde in 1983 uit in een prachtige dissertatie over De Vrije Katheder. Maar haar engagement bleef, ook door ver na haar pensionering het redactielidmaatschap van de Internationale Spectator. Compleet kan en wil ik niet zijn. Het was een voorrecht Fenna een leven lang te hebben gekend.

Jurriaan Fransman