Door op 18 maart 2012

Parkeergarage Boerenwetering

Op verzoek van afdelingsgenoot Bouwe Olij stelt het bestuur voor op de ALV van 22 maart hiervoor enige tijd in te ruimen.

Nadat dit onderwerp in de vorige raadsperiode de gemoederen al heeft bezig gehouden, is het Dagelijks Bestuur van dit stadsdeel nu, conform het coalitie-akkoord, met een voorstel gekomen.
De Nota van Uitgangspunten is te vinden op de stadsdeelsite http://zuid.notudoc.nl/cgi-bin/agenda.cgi/action=view/id=2022

Hieronder is de inspraaktekst van Bouwe Olij te vinden (uitgesproken bij de behandeling van het voorstel in de commissie Leefomgeving van 13 maart j.l.)

Dames en heren,

Uw Dagelijks Bestuur heeft een knappe Nota van Uitgangspunten gemaakt en een enorme hoeveelheid aanvullende stukken geleverd. Teveel om in de korte tijd dat we over de stukken beschikken alles goed te kunnen bestuderen. Als u bewoners en ondernemers echt bij het besluitvormingsproces wil betrekken zou u ons eigenlijk meer tijd moeten geven om de stukken te bestuderen en met u te bespreken.

Ik wil in mijn bijdrage twee punten benadrukken: de financiële risico’s en de openbare ruimte.

1. Financiele risico’s

Het bouwen van een ondergrondse parkeergarage is veel duurder en riskanter dan het bouwen boven de grond. Bouwen onder water is nog weer duurder en risicovoller. De kosten en risico’s voor de boerenweteringgarage moeten dus vergeleken worden met soortgelijke garages. Een vergelijking met andersoortige boven- of ondergrondse garages geeft geen volledig beeld.

In eerste instantie ging het bestuur uit van de bouw van een garage met 500 plekken voor    € 35 miljoen. Dus € 70.000 per plek. In de voorliggende stukken gaat men inmiddels uit van 393 plekken voor € 35 miljoen ofwel €  89.000 per plek. Dat is nu al de duurste parkeerplek die ooit in Amsterdam is gebouwd. Maar zoals u weet met dit soort grote en risicovolle projecten moet je in deze onderzoeksfase rekening houden met heel veel onzekerheden. Het is gebruikelijk in deze fase te rekenen met zo’n 30% marge naar boven en beneden. De praktijk leert dat het altijd duurder wordt (en langer duurt). Als we die € 35 miljoen verhogen met 30% komen we uit op een investering van ruim € 45 miljoen of wel € 115.000 per parkeerplek. Een bedrag dat nog nooit in Nederland is neergeteld zelfs niet voor een parkeerplaats in de ‘Blunderput’ in Rotterdam. Deze garage voor 1150 auto’s was begroot op € 48 miljoen en heeft uiteindelijk € 103 miljoen gekost. De bouw was gepland in anderhalf jaar en het is vijf jaar geworden.

Uit de stukken kunnen we niet goed achterhalen hoe men aan de € 35 miljoen is gekomen. In een gesprek dat wij gister hadden met de portefeuillehouder en de projectmanager kwam ter sprake dat nu nog gerekend is met stalen damwanden maar dat overwogen wordt de wanden-dak methode toe te passen. Dit is de methode die gebruikt is bij de bouw van de stations voor de NZ-lijn. Het grote voordeel van deze methode is dat hij veiliger is dan werken met damwanden en er minder kans is op schade aan funderingen van de panden aan de Ruysdaelkade en Hobbemakade. Het nadeel is dat het veel duurder is dan bouwen met damwanden. Mijn schatting is dat het € 5 tot € 10 miljoen duurder is. Dat de garage  wel eens  € 50 miljoen kan gaan kosten  (€ 127.000 per plek) is dus geen overdreven gedachte. Tel daar nog bij de kosten van funderingsherstel aan panden (20 matige panden à € 75.000) voor naar schatting € 1,5 miljoen; het slopen en vergroten van de Brandweerbrug (schatting € 5 miljoen); nieuwe bomen, herinrichting van de Ruysdaelkade; bodemsanering, verplaatsing trafo, kosten projectmanagement enz. enz.

Kortom onverantwoord om zo met overheidsgeld om te gaan. Voor hetzelfde geld bouw je twee parkeergarages.

 

2. Openbare ruimte

De Nota van Uitgangspunten is duidelijk. Het oorspronkelijke doel van vorige stadsdeelbesturen om de kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren is verlaten. Toen was het beleid om voor elke parkeerplaats in een garage er bij,  op straat een parkeerplaats op te heffen om zo de inrichting van de openbare ruimte te kunnen verbeteren. Het hoofddoel nu is het aantal parkeerplaatsen in de Noord-Pijp te vergroten in de hoop daarmee de parkeerdruk te verminderen.

In het nieuwe plan komen er circa 400 parkeerplaatsen in de garage en worden er maar circa 200 plaatsen op straat opgeheven.  Om de garage toegankelijk te maken moeten op de Ruysdaelkade de huidige 53 parkeerplaatsen langs het water worden opgeheven. Feitelijk houd je dus maar circa 147 parkeerplaatsen over die elders in de Noord-Pijp weg kunnen om de openbare ruimte te verbeteren. Echter op pagina 16 staat dat de parkeerdruk maximaal 95% mag zijn. Dit uitgangspunt kan er dus toe leiden dat er uiteindelijk helemaal geen parkeerplaatsen op straat verdwijnen. Opmerkelijk is dat over de compensatie van parkeerplaatsen op maaiveld pas wordt besloten na oplevering van de garage (pag. 16).

Om de garage te kunnen maken moeten alle 21 bomen op dat stuk van de Ruysdaelkade gekapt worden. Het is onduidelijk of er weer bomen terug komen. De in- en uitritten zorgen voor twee muren van 65 meter lengte ter afscherming van de hellingbanen en er komen nog eens vijf huisjes voor in/uitgangen voor voetgangers met een totale lengte van bijna 30 meter. Totaal dus 160 meter bebouwing waar nu auto’s en bomen staan.

Kortom de openbare ruimte wordt er eerder slechter dan beter van.

Zodra wij de stukken nog beter bestudeerd hebben zullen wij de vragen die wij hebben aan u sturen.